Welke vogel staat ook wel bekend als de hemelgeit?Het is de watersnip die ook wel hemelgeit genoemd wordt. En dat heeft niet zo zeer met zijn uiterlijk te maken, als wel met zijn geluid tijdens de baltsvlucht. Er staat een mooi voorbeeld op onze website. Luister er maar eens naar, dan snapt u het vast! Leuk weetje: dat geluid maakt de watersnip niet met zijn snavel, maar met zijn staartveren. Als hij zich laat vallen tijdens het vliegen, wordt de korte staart wijd gespreid. Door het snelle dalen worden de stugge staartpennen door luchtverplaatsing aan het trillen gebracht. Dat zorgt voor het karakteristieke mekkerende geluid. En daar komt dan ook de naam ‘hemelgeit’ vandaan. Alle drie de genoemde vogels zijn familie van elkaar. De watersnip en het bokje hebben opvallende strepen op de rug. Bij de houtsnip is dat wat minder het geval. Het bokje heeft een wat kortere snavel dan de watersnip en strepen op de flanken. De watersnip houdt van modderige plekken. In Nederland broedt de watersnip vooral in vochtig tot nat grasland op veen. Vaak is dat een gebied met een rijkdom aan kruiden. Je vindt de watersnip ook in gemaaid rietland en trilvenen. Die voorkeur voor natte gebieden heeft te maken met zijn eetgewoonte. Hij zoekt zijn voedsel op de tast, met zijn snavel in de bovenste laag van een vochtige of natte bodem. Hierbij steekt hij zijn snavel in een snel ritme recht naar beneden in de bodem, op zoek naar kleine insecten en hun larven, wormen, kleine kreeftachtigen, slakjes en spinnen. Heel af en toe lust hij ook wat zaden. Bij verstoring vliegt de watersnip vaak ver weg, en zigzaggend. Het bokje staat er om bekend zonder geluid ineens vlak voor je voeten op te vliegen, om meestal na een korte vlucht weer te landen. Hij drukt zich bij onraad heel stil op de grond, waarbij de vogel helemaal versmelt met de omgeving. Een bokje is zo goed gecamoufleerd, dat je hem pas ziet al je er bijna op trapt (niet doen, hoor!). Bij vorst heb je een grotere kans om hem te zien. Hij is niet eens erg zeldzaam. Maar omdat hij zo onopvallend is, blijft het toch heel bijzonder als je ‘m ziet. Lang werd gedacht dat het bokje doof was, omdat hij vaak op het laatste moment opvliegt. Van de kwartel werd dat overigens ook gedacht, vandaar natuurlijk de bijnaam ‘dove kwartel’. De houtsnip leeft in het bos. Bij sneeuw komt hij zelfs wel eens in stadstuinen terecht. Wilt u meer weten over de vogels van het Nederlandse landschap? Dan is de gratis online beginnerscursus Vogels in Nederland misschien iets voor u. ….WatersnipGratis cursus
Het is de watersnip die ook wel hemelgeit genoemd wordt. En dat heeft niet zo zeer met zijn uiterlijk te maken, als wel met zijn geluid tijdens de baltsvlucht. Er staat een mooi voorbeeld op onze website. Luister er maar eens naar, dan snapt u het vast! Leuk weetje: dat geluid maakt de watersnip niet met zijn snavel, maar met zijn staartveren. Als hij zich laat vallen tijdens het vliegen, wordt de korte staart wijd gespreid. Door het snelle dalen worden de stugge staartpennen door luchtverplaatsing aan het trillen gebracht. Dat zorgt voor het karakteristieke mekkerende geluid. En daar komt dan ook de naam ‘hemelgeit’ vandaan. Alle drie de genoemde vogels zijn familie van elkaar. De watersnip en het bokje hebben opvallende strepen op de rug. Bij de houtsnip is dat wat minder het geval. Het bokje heeft een wat kortere snavel dan de watersnip en strepen op de flanken. De watersnip houdt van modderige plekken. In Nederland broedt de watersnip vooral in vochtig tot nat grasland op veen. Vaak is dat een gebied met een rijkdom aan kruiden. Je vindt de watersnip ook in gemaaid rietland en trilvenen. Die voorkeur voor natte gebieden heeft te maken met zijn eetgewoonte. Hij zoekt zijn voedsel op de tast, met zijn snavel in de bovenste laag van een vochtige of natte bodem. Hierbij steekt hij zijn snavel in een snel ritme recht naar beneden in de bodem, op zoek naar kleine insecten en hun larven, wormen, kleine kreeftachtigen, slakjes en spinnen. Heel af en toe lust hij ook wat zaden. Bij verstoring vliegt de watersnip vaak ver weg, en zigzaggend. Het bokje staat er om bekend zonder geluid ineens vlak voor je voeten op te vliegen, om meestal na een korte vlucht weer te landen. Hij drukt zich bij onraad heel stil op de grond, waarbij de vogel helemaal versmelt met de omgeving. Een bokje is zo goed gecamoufleerd, dat je hem pas ziet al je er bijna op trapt (niet doen, hoor!). Bij vorst heb je een grotere kans om hem te zien. Hij is niet eens erg zeldzaam. Maar omdat hij zo onopvallend is, blijft het toch heel bijzonder als je ‘m ziet. Lang werd gedacht dat het bokje doof was, omdat hij vaak op het laatste moment opvliegt. Van de kwartel werd dat overigens ook gedacht, vandaar natuurlijk de bijnaam ‘dove kwartel’. De houtsnip leeft in het bos. Bij sneeuw komt hij zelfs wel eens in stadstuinen terecht. Wilt u meer weten over de vogels van het Nederlandse landschap? Dan is de gratis online beginnerscursus Vogels in Nederland misschien iets voor u. ….