Wat is struweel?Veel vogels zijn gek op struweel: om te nestelen, om zich even te verstoppen of om er lekkere bessen of insecten te vinden. Maar wat is het eigenlijk? Typisch jargon, en daar maken we ons allemaal ongemerkt wel eens aan schuldig. Struweel is een begroeiingsvorm met vooral struiken die minstens één meter maar meestal vijf tot soms tien meter hoog zijn. Wanneer struweel voorkomt aan de rand van een bos, noem je dit een mantel. Struweel bestaat grotendeels uit laagblijvende struiken, zoals hondsroos en braam, of hoog uitgroeiende struiken zoals meidoorn. Struwelen kunnen zelfstandige begroeiingen zijn of randen van groepjes bomen of struiken. Verder vind je in struwelen klimplanten, zoals hop, kamperfoelie en bosrank. Het woord is afgeleid van het Oudfranse leenwoord struvel, dat voor het eerst in de betekenis van 'struikgewas' is gevonden in 1450. De termen struweel, struikgewas en bosjes gebruik je voor begroeiingen met vooral houtige planten. De mix van struiken en fluweelzachte bloemen komt uit mijn grote duim. En zoals je ziet is struweel een heel oud woord, dus niet door Marten Toonder bedacht. Hij gebruikte het woord wel. Uit De Zwarte Zwadderneel komt deze tekst: De wind is in de bomen, De regen op ’t struweel. Nu zal hij weldra komen, De Zwarte Zwadderneel … Als je meer wilt weten over vogels die graag in struweel zitten, dan is de cursus Fluitend je tuin in vast iets voor jou! Deze cursus is bedoeld voor iedereen met belangstelling voor tuinvogels in je eigen omgeving. De cursus begint bij het begin: in je tuin of op je balkon. Dan volgt een kennismaking met de 12 soorten, met veel afbeeldingen, video's en geluidsfragmenten. Met interactieve vragen kom je nog veel meer leuke informatie tegen. Als je in je tuin of op je balkon rekening houdt met de wensen van vogels, dan kunnen ze zomaar bij jou op bezoek komen. Dan kun je samen met de vogels fluitend je tuin in! Op de website vind je meer informatie en kun je de cursus bestellen. Cursus Fluitend je tuin in
Veel vogels zijn gek op struweel: om te nestelen, om zich even te verstoppen of om er lekkere bessen of insecten te vinden. Maar wat is het eigenlijk? Typisch jargon, en daar maken we ons allemaal ongemerkt wel eens aan schuldig. Struweel is een begroeiingsvorm met vooral struiken die minstens één meter maar meestal vijf tot soms tien meter hoog zijn. Wanneer struweel voorkomt aan de rand van een bos, noem je dit een mantel. Struweel bestaat grotendeels uit laagblijvende struiken, zoals hondsroos en braam, of hoog uitgroeiende struiken zoals meidoorn. Struwelen kunnen zelfstandige begroeiingen zijn of randen van groepjes bomen of struiken. Verder vind je in struwelen klimplanten, zoals hop, kamperfoelie en bosrank. Het woord is afgeleid van het Oudfranse leenwoord struvel, dat voor het eerst in de betekenis van 'struikgewas' is gevonden in 1450. De termen struweel, struikgewas en bosjes gebruik je voor begroeiingen met vooral houtige planten. De mix van struiken en fluweelzachte bloemen komt uit mijn grote duim. En zoals je ziet is struweel een heel oud woord, dus niet door Marten Toonder bedacht. Hij gebruikte het woord wel. Uit De Zwarte Zwadderneel komt deze tekst: De wind is in de bomen, De regen op ’t struweel. Nu zal hij weldra komen, De Zwarte Zwadderneel … Als je meer wilt weten over vogels die graag in struweel zitten, dan is de cursus Fluitend je tuin in vast iets voor jou! Deze cursus is bedoeld voor iedereen met belangstelling voor tuinvogels in je eigen omgeving. De cursus begint bij het begin: in je tuin of op je balkon. Dan volgt een kennismaking met de 12 soorten, met veel afbeeldingen, video's en geluidsfragmenten. Met interactieve vragen kom je nog veel meer leuke informatie tegen. Als je in je tuin of op je balkon rekening houdt met de wensen van vogels, dan kunnen ze zomaar bij jou op bezoek komen. Dan kun je samen met de vogels fluitend je tuin in! Op de website vind je meer informatie en kun je de cursus bestellen.